De overeenkomst van de Europese Unie en Tunesië over het terugdringen van illegale migratie stuit op kritiek van binnenuit. EU-buitenlandchef Josep Borrell, een aantal EU-landen en juristen van de Raad van de EU hebben bezwaar gemaakt.

Het akkoord werd ruim twee maanden geleden in Tunis gesloten door voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie, demissionair premier Mark Rutte en zijn Italiaanse collega Giorgia Meloni. Er klonken meteen grote zorgen over het Tunesische regime, dat weinig op zou hebben met de democratie en al evenmin met migranten. Maar ook het officieel ongedekte optreden van het trio in naam van de hele EU zat sommige lidstaten en Europarlementariërs niet lekker.

Duitsland en "heel wat" andere EU-landen hebben geklaagd dat Von der Leyen, Rutte en Meloni op eigen houtje hebben geopereerd, zeggen EU-bronnen. Dat blijkt ook uit een recente brief van buitenlandchef Borrell aan verantwoordelijk mede-Eurocommissaris Oliver Varhelyi, melden de Italiaanse krant La Stampa en het Britse The Guardian. Hij schrijft dat lidstaten "hun onbegrip" hebben geuit over eigenmachtig optreden van de commissie. De deal zou niet volgens de juiste procedure tot stand zijn gekomen.

De critici kregen ruggensteun van juristen van de Raad van de EU, waarin de regeringen van de EU-lidstaten zijn vertegenwoordigd, schrijven de kranten. Zulke adviezen zijn doorgaans geheim en de raad wil er niets over zeggen. De commissie houdt vol dat zij de EU-landen steeds heeft geraadpleegd tijdens het werk aan de overeenkomst.

EU-lidstaten hebben volgens ingewijden ook hun zorgen uitgesproken dat de mensenrechten niet veilig zouden zijn in het akkoord met Tunesië. Die vrees zou onder meer leven bij Duitsland en Luxemburg.

Het akkoord met Tunesië moet nog altijd worden uitgewerkt, maar daar zit weinig schot in. De commissie zwijgt over de precieze obstakels en de redenen voor de vertraging.