Meisjes van 10 tot 19 jaar hebben nog altijd twee keer zoveel kans om besmet te raken met hiv als jongens van hun leeftijd. Dat schrijft UNICEF in een nieuw rapport op Wereldaidsdag. Het aantal besmettingen met hiv is in die groep tienermeisjes volgens de kinderrechtenorganisatie sinds 2010 bijna gehalveerd, maar afgelopen jaar raakten nog 98.000 van hen besmet.

In 2000 waren dat er nog 290.000, dus het aantal besmettingen is de laatste jaren snel afgenomen. Maar hoewel er de laatste jaren grote stappen zijn gezet in de bestrijding van hiv en aids, stelt UNICEF vast dat de voortgang nu stagneert. In het huidige tempo zou het doel om in 2030 hiv-besmettingen onder jonge vrouwen te stoppen niet worden gehaald.

71 procent van de tieners die hiv oplopen zijn meisjes en jonge vrouwen. Zij worden vooral vaker getroffen door hiv omdat er sociale genderongelijkheid zou zijn. Volgens UNICEF zijn ze daardoor minder goed in staat om veilige seks te eisen. Ook zouden ze veel in armoede leven en dus ver van gezondheidscentra wonen en slechte toegang hebben tot voorlichtingsprogramma's.

Suzanne Laszlo van UNICEF Nederland noemt het "onaanvaardbaar dat tienermeisjes nog altijd de zwaarste last dragen van hiv-infecties". "Wij allemaal hebben de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dit cijfer daalt door te zorgen voor betere behandelmogelijkheden, armoedebestrijding en voorlichting."

In totaal zijn er wereldwijd 2,6 miljoen kinderen en jongeren met hiv. De meerderheid van hen woont in Sub-Saharaans Afrika.