Koophuizen zijn vorig kwartaal flink duurder geworden vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar, meldt makelaarsvereniging NVM. Kopers moesten in de eerste drie maanden van dit jaar gemiddeld 9,1 procent meer betalen voor een bestaande woning. Het aanbod van huizen neemt af, ziet de NVM.

De gemiddelde verkoopprijs van een koophuis was in januari, februari en maart 432.000 euro. Dit is 0,1 procent minder dan in het kwartaal daarvoor.

In ruim driekwart van de regio's stegen de huizenprijzen in het eerste kwartaal van 2024 vergeleken met een jaar eerder. De regio Leiden kende de grootste stijging (5 procent), gevolgd door Noord-Drenthe. In de regio Den Haag daalden de prijzen het meest (gemiddeld zo'n 4 procent). Ook in Delft en Westland en Oost-Groningen namen de huizenprijzen af. In Oost-Groningen daalde ook het percentage verkochte huizen het meest, met ruim 3 procent minder verkochte woningen.

In meer dan zeven op de tien regio's werden meer huizen verkocht in het eerste kwartaal. Het grootste verschil ten opzichte van een jaar eerder was in de regio Zeeuwsch-Vlaanderen (ruim 43 procent). Ook in de regio Delfzijl en Noord-Friesland werden meer huizen verkocht dan een jaar eerder.

In het afgelopen kwartaal zijn 15 procent minder huizen te koop aangeboden dan in het kwartaal daarvoor, aldus makelaarsvereniging NVM. Volgens Lana Gerssen, voorzitter van de NVM-vakgroep wonen, neemt hierdoor de druk op de krappe woningmarkt verder toe. Meer mensen hebben interesse in een kleiner aanbod. Door de licht gedaalde rente en de gestegen lonen kunnen kopers meer geld lenen voor een hypotheek, zegt ze. "We zien nu dat kopers weer vaker en hoger overbieden, waardoor de prijzen stijgen."