Het Zweedse Openbaar Ministerie wil volgens mediaberichten ophouden met het onderzoek naar de explosies die in 2022 olie- en gaspijpleidingen op de bodem van de Oostzee onbruikbaar hebben gemaakt. Het gaat om pijpleidingen van het project Nord Stream, waarmee Duitsland gas uit Rusland wilde halen. Rusland verwierf daarmee veel inkomsten en grote invloed in de Europese Unie. In 2021 kwam 45 procent van het in Europa geïmporteerde gas uit Rusland.

Het is volgens Duitse media voor de Zweedse justitie onmogelijk gebleken verdachten te vinden. Een Zweedse openbaar aanklager zou woensdag met meer informatie over het onderzoek komen.

De aanleg van de pijpleidingen was lange tijd een doorn in het oog van de VS, die eerder met sancties dreigden tegen bedrijven die aan de bouw deelnamen. In 2021 zag de regering-Biden echter van sancties tegen Duitse bedrijven af. Dat was omdat de pijpleidingen al bijna af waren toen de regering van Biden aan de macht kwam en naar betere relaties met Duitsland streefde. Amerikaanse regeringsfunctionarissen zeiden destijds dat ze andere maatregelen zouden nemen.

Begin 2022 zei de Amerikaanse president Joe Biden dat Nord Stream zou ophouden te bestaan als Rusland Oekraïne zou binnenvallen. Die inval kwam korte tijd later in februari 2022. De explosies troffen Nord Stream eind september van dat jaar. Dat was in een gebied van de Oostzee bij het Deense eiland Bornholm. Denemarken, Zweden en Duitsland hebben elk een eigen onderzoek ingesteld, maar zoeken geen samenwerking met Rusland dat ook maar een eigen onderzoek gestart is. Rusland zegt dat het om terroristische aanslagen gaat waar mogelijk de VS en andere westerse landen achter zitten.